Ik vraag mij weleens af of de toeristen die Marken bezoeken zich realiseren wat zij voor impact hebben. In mijn woonplaats ontvangen we zo’n 600.000 toeristen per jaar, na de rust van corona zijn we weer terug op de aantallen van 2019. En dat zijn veel bezoekers voor een plaats met ongeveer 1.750 inwoners.
Natuurlijk hebben we als bewoners ook voordeel van die bezoekersstroom. We hebben vier horecagelegenheden die jaarrond open zijn met mooie grote terrassen. Verder is er uitstekend openbaar vervoer: elk half uur kun je van en naar Amsterdam-Noord reizen en dat in iets lagere frequentie tot diep in de nacht. Er is een supermarkt met een omvang die een veel grotere bevolking doet vermoeden dan dat er werkelijk mensen wonen. We hebben een museum dat ons immaterieel erfgoed bewaart en beschrijft en in het hoogseizoen ook toont en daarmee onze trots op de tradities behoudt en vergroot. Dat was er niet of in mindere mate toen ik op Marken kwam wonen.
Toch is ondanks dat voordeel de impact van al die bezoekers groot. We merken dat we op zo’n bijzondere plek wonen dat mensen vaak het idee hebben dat ze in een openluchtmuseum zijn. En zich dan ook zo gaan gedragen. Ze lopen midden op straat, schrikken van gemotoriseerd verkeer en denken dat alles, -dus ook je tuin- publiek toegankelijk is. Ze hebben toch een toegang betaald? Dat heet gewoon betaald parkeren maar dat snappen ze niet.
Ook houden ze geen rekening met de privacy van de bewoners. Ik heb wel eens meegemaakt dat er iemand mijn huis binnenstapte om van het toilet gebruik te maken. Verder is het niet fijn om in het weekend wakker te worden van een harde stem onder je slaapkamerraam van een gids die een uitgebreid verhaal vertelt waar de luisteraars enorm om moeten lachen. Of om van ongevraagd gefotografeerd te worden nog maar niet te spreken. Als je er wat van zegt, is daar niet altijd begrip voor.
Ze zijn ook niet zo zuinig op dat oer-Hollandse decor want ze gooien hun peuken of ander klein afval gewoon op straat, zitten op hekjes die dat niet kunnen hebben of beschadigen de houten schotten van de huizen omdat ze met hun fiets door de smalle steegjes rijden. Snappen ze nou niet dat wij het belangrijk vinden dat het schoon is en er mooi uitziet? Het is ons eigendom, dagelijks uitzicht, onze leefomgeving.
Waarschijnlijk weten die toeristen niet eens dat er op Marken gewoond, gewerkt en gerecreëerd wordt. Door mensen die er gewoon wonen. Ik neem ze dat over het algemeen niet kwalijk maar ik probeer het wel te vertellen of kenbaar te maken. En in de veertig jaar dat ik nu op Marken woon, is er een verandering in de houding van zowel bewoners als bezoekers merkbaar. Bewoners verharden in hun reactie, willen meer privacy en hebben vooral een hekel aan de grote groepen met een gids die verhalen vertelt waar ze zich niet in herkennen. Maar ook de bezoekers zij veranderd, want waar ze vroeger gewoon op de stoep liepen, struinen ze nu net zo makkelijk door je tuin of blokkeren hele groepen het lokale verkeer. Voorheen kon je gewoon in je Marker klederdracht over straat lopen en hielden mensen gepast afstand. Nu trekken ze aan je mouw omdat ze met je op de foto willen. Als je zegt tegen een fietser dat er op de terp niet gefietst mag worden, kijken ze je aan alsof je hen een recht ontneemt.
Het veranderde van bewoners die het ondergingen naar mondige burgers en van respectvolle gasten naar mensen die rechten denken te hebben. En dat relateer ik aan de maatschappelijke veranderingen van globalisering en individualisering. Dat zich in het toerisme onder meer manifesteerde in de ontwikkeling van de beleveniseconomie sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw. Daarbij staat niet zozeer het product of de dienst centraal, maar een met het product of met de dienst geassocieerde beleving. En uit zich in het maken van een (ongevraagde) foto met een authentieke Marker of picknicken op een bijzonder plekje (een tuin bijvoorbeeld).
Gelukkig zien we alweer een nieuwe ontwikkeling sinds de jaren ’10 van deze eeuw: de betekeniseconomie. Een economie waarin de focus ligt op welzijn van mensen, dieren en de natuur en niet gericht op continue groei of alleen onze eigen beleving. Het eigenbelang wordt niet uit het oog verloren maar er wordt ook verder gekeken door waarde toe te voegen op een zelf overstijgende manier, dus voor de omgeving én jezelf. Een maatschappelijke ontwikkeling waarbij de menselijke behoefte aan zingeving en betekenisvol handelen steeds meer naar voren komt. In de betekeniseconomie zoeken we steeds de balans tussen wat goed is voor ons als persoon en wat goed is voor het grote geheel, het algemeen belang. Ik zie het al voor me dat bezoekers aan Marken verhalen uitwisselen met bewoners, helpen om zwerfvuil te ruimen, tijd steken in het tellen van de weidevogels, een workshops Marker handwerken volgen om deze vaardigheid te behouden en zo droom ik nog even verder.
En voorzichtig manifesteer ik een toekomst dat we met elkaar Marken leefbaar houden en de cultuur koesteren om door te geven aan de generaties na ons.
A3ana
Mei 2024