#Supportyourlocal of #kieslokaal waren veel gehoorde oproepen tijdens de coronapandemie. Noodzakelijk voor boeren en winkels om nog iets van omzet te kunnen genereren. En om geen voedsel te verspillen, nu transport naar het buitenland en afzet aan de horeca allerminst zeker was.
Vraag is of dit een blijvertje zal zijn in het tijdperk van avocado’s en poke bowls?
Al voor de coronapandemie was er een toenemende behoefte om te weten waar ons voedsel vandaan kwam. En kreeg de koopkrachtige stedeling meer belangstelling voor biologisch voedsel.
Door de verstedelijking was de afgelopen eeuw namelijk meer en meer afstand ontstaan tot het boerenbestaan. De boerenbedrijven zelf waren in toenemende mate gericht op schaalvergroting en efficiency. Een aanzienlijk deel van het in Nederland verbouwde voedsel werd daarbij bestemd voor de export. [1]
Kennis over en waardering voor het voedsel dat dichtbij huis groeit, was laag. Bij aankoop was vaak de prijs doorslaggevend en wie kent niet de uitdrukking ‘wat je van ver haalt, is lekker’. Als zelfs onze kinderen denken dat melk uit de supermarkt komt en niet van de koe, dan is het hoog tijd voor een hernieuwde kennismaking van de homo urbanus met het platteland.
Herenboer worden
Zo kan inmiddels ook de stadse burger een beetje boer worden. [2] Tegen betaling kan je lid worden van een coöperatie herenboeren bij jou in de buurt en krijg je wekelijks verse groenten, fruit, eitjes en vlees van je eigen boerderij. Er is een boer in dienst die boert en samen met de boer en de andere coöperatie leden beslis jij wat er geteeld wordt.
Boederijwinkel 2.0
Afgelopen weken was er in de pers behoorlijk wat aandacht voor de nieuwe coöperatie Boerschappen. Het bedrijf Boerschappen bestaat al even, maar is de afgelopen jaren sterk gegroeid en heeft geld nodig om verder te groeien. [3] Boerschappen is het best te omschrijven als de boerderijwinkel 2.0.: boodschappen van de boer, maar dan makkelijk besteld en thuisbezorgd.
Boerschappen wil het voedselsysteem veranderen en door mede-eigenaar te worden kan je hieraan bijdragen. De verandering van het voedselsysteem wordt ook wel de korte keten genoemd. Hiermee wordt bedoeld een korte verbinding tussen boer en consument. Dit moet leiden tot minder transport (en dus minder CO2-uitstoot) en een betere prijs voor de producent, omdat de opbrengst met minder partijen in de keten gedeeld hoeft te worden. De belangstelling van klanten om mee te doen blijkt groot. [4]
Melk ge-koe-personifieerd
Maar ook de boer zelf zit niet stil en doet zijn best om de consument nog duidelijker te maken dat dit zijn product is. [5]
Zo heeft boer Reijer een mini-zuivelfabriek op zijn eigen erf gezet om zonder tussenkomst van de melkfabriek of grote zuivelcoöperatie, zijn eigen melk direct op de boerderij te verwerken en te verpakken. De consument weet zo altijd bij welke boer de melk vandaan komt, wanneer de koe gemolken is en wanneer de melk in de fles is gegaan.
Toekomst
De verwachting is dat ook na de coronacrisis de verbinding tussen boer en burger en stad en platteland verder wordt versterkt. Door de aandacht voor de korte keten komt het voedsel vaker uit de buurt. En weet de consument beter waar het eten op zijn bord vandaan komt.
Yvonne, januari 2022
