HOE

Ik had een burnout, of een bore-out; ik was door elkaar gehusseld en wist eigenlijk niet waarom. Zo druk had ik het niet: eerder was het veel drukker geweest, maar toch voelde ik me niet goed. Er was een mismatch ontstaan tussen mijn eigen principes en de nieuwe waarden binnen mijn afdeling. Met een nieuwe directeur hadden de Nijenrodiaanse normen hun intrede gedaan, het kapitalisme. De directeur was vrolijk, enthousiast en gepassioneerd, energiek, met goede bedoelingen en wilde ook heus niet dat zijn medewerkers ziek werden. Maar het systeem dat meekwam, was misschien wel ziekmakend. Ik was niet de enige met een burnout zo hoorde ik later: ongeveer een derde van de afdeling zat thuis. En eerlijk is eerlijk, de lockdowns hielpen niet mee, maar het was meer.

 

Ik mocht eerder een onderzoekje doen, naar diversiteit en inclusie. Wat bleek: het ging de medewerkers niet zozeer om diversiteit of inclusie. Het ging over het gebrek aan verbinding met elkaar. Ze waren elkaar en daarmee zichzelf kwijtgeraakt en wilde de verbinding terug, de koffiemomenten, live samenkomen, kletsen over iets anders dan een project, lachen. Eerder had ik eens studenten gevraagd naar wat ze het meest geraakt had die week, echt geraakt, in het hart. Dit was nog voor de lockdowns. Mijn verbazing was groot. Deze slimme creatieve en ondernemende studenten gaven aan dat eenzaamheid ze had geraakt, het gebrek aan contact met elkaar, ze hadden zomaar een dag niemand gesproken en dat was pijnlijk. En ook een ander onderzoek in het Vondelpark leverde hetzelfde beeld op. Mensen waren op zoek naar verbinding en daarmee naar zichzelf, naar hun eigen echte identiteit.

Ik herkende dat: tijdens de lockdowns zaten we thuis en ik sprak niet meer zomaar met collega’s bij de koffieautomaat, of in een pauze, zoals eerder. De sfeer was de afgelopen tijd grimmiger geworden en ik voelde me niet meer verbonden met mijn afdeling. Er waren grote plannen waar ik het niet mee eens was. Ze waren kostbaar en zouden niet gaan werken. Bovendien was het echte probleem niet onderzocht. Ik bleef vragen naar het probleem en hoorde alleen: doe mee, anders heeft het consequenties voor je baan, en voor die van mij. Mijn antwoord: dat kan ik niet want dan raak ik de verbinding kwijt met mezelf en mijn eigen kwaliteiten en principes. Helaas: ik raakte mijn baan kwijt, en mijn collega de zijne. De brandingcampagne had ons genekt: reputatie, carrière, zichtbaarheid van de afdeling waren belangrijker geworden dan wat misschien echt nodig was.

 

Individuen of relaties leken minder belangrijk geworden. Na bijna twee jaar online werken was er een grote teambijeenkomst, een hybride bijeenkomst. Een deel van de mensen was op de locatie, een ander deel zat thuis, achter de laptop. Het ging niet over ‘hoe gaat het met jou?’ of over ‘Hoe kunnen we het contact met elkaar verbeteren?’ Het ging wel over accountability, over hoe je in tijden van online werken efficiënt kon zijn, je uren kon verantwoorden. Verbinding had plaatsgemaakt voor efficiency. Het kapitalisme had z’n intrede gedaan in de organisatie en daarmee leek een stukje menselijke waarde verloren gegaan.

Zo gaat het in veel meer organisaties en meestal gaan mensen mee; ze moeten wel want anders staan ze aan de kant. Mensen zijn zich niet meer zeker van hun baan. Waar ouders vroeger een leven lang werkten voor eenzelfde baas, zo switchen we nu continu van functie. De marktwerking doet z’n werk. Het lijkt mooi want je verdient misschien meer geld, kunt vaker op vakantie, maar het gaat ten koste van het geluk, het gezin, echte vriendschappen, de verbinding en waarheid, eigen principes en welzijn. Niks is meer zeker, ook je baan niet en ook je vriendschappen met collega’s niet want met het verbreken van het contract gaan ook die verloren en sta je weer alleen.

 

We klagen over #metoo, praten over inclusie, diversiteit. Ik kreeg een oproep of ik wilde melden als ik wel eens te maken had gehad met grensoverschrijdend gedrag. Nee, dat had ik niet. Ik had mijn grenzen duidelijk bewaakt en mijn collega’s en managers waren allemaal fantastische mensen, maar ik zag wel hoe moeilijk dat kon zijn soms en hoe het systeem maakte dan de sfeer veranderde. Iedereen strijdt voor zijn baan, zijn carrière want niks is meer zeker. Je kunt morgen aan de kant staan; iedereen, ook de directeur. En dus doet iedereen zijn best en rent hard om iets te laten zien, te presteren, iets nieuws neer te zetten. En dat gaat ten koste van verbinden, van relaties en individueel welzijn. Misschien niet nu, maar wel morgen. We moeten ons weer focussen op de mens, op de passie, op de live verbinding, de relatie, samen ergens voor gaan, de wereld verbeteren, dat waar de organisatie voor staat. Alleen dan kan het welzijn weer terugkeren.